Op
vrijdag gingen we met
heel het derde leerjaar naar het
Peerdsbos in Brasschaat.
Wat gingen daar op
herfstwandeling.
Onze gids was meester Arnold. We moesten heel goed naar hem luisteren!
We leerden over de verschillende
bomen en planten.
Weet jij het nog?
Op de bus
We zijn allemaal heel dikke vriendjes!
De plataan
De eerste boom die we tegenkwamen, was de plataan.
Het blad van de plataan is
handvormig. De
schors is
groen met geel.
De tamme kastanje
Deze boom heeft een lang blad met een gezaagde rand.
De schors kan je herkennen aan zijn fijne groeven.
De vrucht zit in een bolster. Deze is eetbaar.
Hoe kan je deze vrucht herkennen? Als de kastanje een pluisje heeft, mag je zeker proeven!
Rhododendron
De rhododendron is geen boom, maar een struik.
De blaadjes vallen niet af. Ze lijken wel te blinken en ze zijn heel glad.
De inlandse zomereik
Deze boom heeft een gelobd blad.
Deze schors heeft zo'n diepe groeven dat je vinger ertussen past!
De Amerikaanse eik
Het verschil met de inlandse zomereik is dat deze boom een
getand blad heeft.
Deze
boom ziet er echt heel mooi uit met zijn herfstblaadjes, vind je niet?!
De beuk
De schors van de beuk is glad en heeft een grijsgroene kleur.
De vrucht van een beuk, is het beukennootje.
In het bos kwamen we ook varens tegen!
De berk
Opgepast, met de
beuk is er maar één lettertje verschil.
Toch is het een heel andere boom!
De berk heeft een
witte schors.
In het bos kwamen we ook een beek tegen.
Meester Arnold leerde ons hoe we kunnen weten of we op de
linkeroever of de rechteroever staan.
We moeten kijken hoe het water stroomt. Bij deze beek stroomt het water naar 'boven'.
Dat wil zeggen dat wij op de
rechteroever staan.
Onze verder wandeling verliep
stroomafwaarts. We gingen dus niet mee met de stroom van het water.
Weten jullie nog dat een stuk van de berk plotseling in het water viel? Dat was schrikken hoor!
Al de bomen die we tot hiertoe gezien hebben, zijn loofbomen.
Een loofboom heeft bladeren. Een bos waar alleen loofbomen zijn, is een loofbos.
Maar nu kwamen we ook bomen tegen met naalden.
Een bos waar alleen naaldbomen zijn, is een naaldbos.
In dit bos waren er loofbomen én naaldbomen. Zo'n bos heet een gemengd bos.
De dennenboom
Deze boom heeft een hele hoge stam met dikke schubben.
De naalden hangen met twee aan elkaar.
Een dennenappel is de vrucht van de dennenboom.
De sparrenboom
Ook deze naaldboom heeft schubben, maar deze zijn fijn.
De naalden hangen aan een bosje, allemaal los van elkaar.
De vrucht lijkt op een hele lange dennenappel, maar we noemen het een sparrenkegel.
Nog enkele leuke fotootjes!
Na een leerrijke en speelse dag, waren we allemaal een beetje moe!
Nog eventjes wachten op de bus en hop, weer naar school.